Ford met een “T”
De T-Ford is waarschijnlijk de meest bekende klassieke auto. De invloed die dit model heeft gehad op de auto-industrie en op de plaats van de auto in de samenleving was en is enorm.
De weg die Ford (zowel de mens als de ondernemer) bewandelde is niet van alledag. Henry Ford werkte aanvankelijk bij Edison maar bouwde in zijn vrije tijd een voertuig, dat het daglicht te zien kreeg in 1896.
Een tweede model volgde een paar jaar later. Hij verliet het bedrijf van Thomas Edison en sloot zich aan bij de Detroit Automobile Co. In 1903 richtte hij de Ford Motor Company op, uiteraard in Detroit, zijn woonplaats. Het begin van Ford was moeilijk want in deze tijd speelde de juridische strijd om het zogenoemde Selden-patent, waardoor de Amerikaanse auto-industrie in feite gegijzeld werd. Selden claimde de auto te hebben uitgevonden en had zulks ook gepatenteerd. Kort samengevat, iedereen die een auto bouwde in Amerika moest een zogenaamde fee aan Selden betalen. Ford en enkele anderen verzetten zich met succes daartegen en wonnen uiteindelijk de slepende en uiterst kostbare rechtszaak.
Te midden van dit alles moest Ford wel auto´s bouwen. Het eerste type dat hij op de markt bracht was het model A. Waar andere fabrikanten vaak ingewikkelde namen verzonnen voor hun producten, volgde Ford het alfabet. Dit model, de “A”, waarvan overigens een fraai exemplaar in het Louwman Museum te zien is, sloeg meteen aan.
Aanvankelijk waren de Ford-automobielen qua prijs gelijk aan de concurrentie. De verschillende modellen volgden elkaar op, nog steeds volgens het alfabet. Henry Ford vatte op gegeven moment het idee op een auto maken, een eenvoudig model, licht van gewicht. Een goedkope auto, die geproduceerd kon worden in grote aantallen.
Echter, een van de andere grootaandeelhouders, Alexander Malcolmson, was van mening dat met duurdere luxere auto’s meer winst gemaakt kon worden. Het Model B (en later het Model K) was het resultaat van deze theorie.
Vlak na het uitkomen van het Model K heeft Henry Ford deze grootaandeelhouder uitgekocht voor $ 175.000. Vanaf dat moment kon Henry Ford zelf bepalen hoe het verder moest gaan. Het model N week af van de tot dat ogenblik gevolgde lijn. Dit type was een stuk goedkoper dan het vergelijkbare model van Oldsmobile.
Onderstand een overzicht van de belangrijkste types die uiteindelijk geleid hebben tot de “T”.
Model A geproduceerd vanaf juli 1903.
Dit model werd gebouwd in de fabriek Mack Avenue. Deze auto had een 2-cilinder motor, 8 pk en een snelheid van ca. 48 km/u. De prijs was $ 750 (voor 2-persoons-uitvoering), of $ 850 (voor 4-persoons-uitvoering). Er zijn er ca. 1.750 stuks van geproduceerd.
Model B, geproduceerd vanaf oktober 1904. Dit model werd na de verhuizing van de fabriek in november 1904 in de “Piquette Plant” geproduceerd. Deze auto had een 4-cilinder motor, 24 pk en een snelheid van ca. ca. 60 km/u. De prijs was $ 2000. Er zijn er ca. 500 stuks van geproduceerd.
Model C, geproduceerd vanaf november 1904. Deze auto had een 2-cilinder motor, 10 pk en een snelheid van eveneens ca. 60 km/u. De prijs was $ 850.Hier zijn er ca. 800 stuks gemaakt.
Model F, geproduceerd vanaf maart 1905. Deze auto had een 2-cilinder motor, 12 pk en een snelheid van ca. 60 km/u. De prijs was $ 1100. Er zijn er ca. 1.000 stuks van gebouwd.
Model K, geproduceerd vanaf april 1906. Deze auto had een 6-cilinder lijnmotor, 40 pk en een snelheid van ca. 80 km/u. De prijs was $ 2.500. Er zijn er ca. 900 stuks van geproduceerd. Er bestaan er nog ca. 25 stuks van.
Model N, geproduceerd vanaf juli 1906. Deze auto had een 4-cilinder motor, 15 pk en een snelheid van ca. 72 km/u. De prijs was $ 600. Er zijn er ca. 7.000 stuks vervaardigd.
Model R, geproduceerd vanaf april 1907. Deze auto had een 4-cilinder motor, 15 pk en een snelheid van ca. 72 km/u. De prijs was $ 750. Er zijn er ca. 2.500 van geproduceerd.
Model S, geproduceerd vanaf augustus 1907. Deze auto had een 4-cilinder motor, 15 pk en een snelheid van ca. 72 km/u. De prijs was $ 700.Hier zijn er ca. 3.750 van gebouwd.
Model T, geproduceerd vanaf oktober 1908. Deze auto had een 4-cilinder motor, 20 pk en een snelheid van ca. 72 km/u. De prijs was aanvankelijk $ 850. Er zijn er 15.007.033 van geproduceerd tot mei 1927.
De eerste 14.000 auto’s werden geproduceerd in de fabriek Piquette Plant en vervolgens werd de productie verplaatst naar het geheel nieuw gebouwde, enorme fabriekscomplex Highland Park.
Vooral tijdens de laatste productiejaren van het Model T, is er de nodige oppositie ontstaan over het ontwikkelen van een opvolger van dit enorme succesmodel. Deze oppositie, met name van Henry Fords zoon Edsel, en beoogd opvolger van zijn vader, wilde dat er een nieuw model werd ontwikkeld. Er moest een nieuw model komen net zoals de concurrentie die regelmatig met nieuwe modellen kwam, vooral de eeuwige concurrent, General Motors.
Nadat de productie van de Model T was beëindigd in mei 1927 heeft de fabriek van Ford zes maanden stil gelegen om de productielijn om te bouwen naar de nieuw ontwikkelde A-Ford. Het betrof hier een auto met een 4-cilinder motor van 40 pk, een geheel nieuwe versnellingsbak. De auto haalde een snelheid van ca. 100 km/u. Van dit model dat tot in 1932 werd geproduceerd zijn er zo’n 5.000.000 stuks gebouwd. Na de A-Ford is er ook nog de B-Ford gebouwd.
In 1932 werd een totaal nieuwe motor ontwikkeld voor volgende modellen. Deze nieuwe motor werd de V8-motor, met een vermogen van 80 pk. Ford had een proces ontwikkeld om de V8-motor als één blok te gieten en dat werd een overweldigend succes. Qua kosten was dit proces zeer efficiënt en gaf de onderneming een voorsprong op de concurrentie, die weliswaar ook V8-motoren maakte, maar nog steeds volgens de traditionele, veel duurdere methode.
De B-Ford kon overigens ook geleverd worden met een V8-motor.
Na de B-Ford is er overgestapt op een ander type-aanduiding en niet meer de A-, B- of andere letters.
De T-Ford is en blijft een uitzonderlijke auto. Het Louwman Museum heeft een vroeg en een laat exemplaar tentoongesteld, zodat men goed de evolutie van de auto over de jaren kan zien. Let vooral op de verschillende materialen die gebruikt zijn; zo is de “vroege” radiator van koper, terwijl de “latere” versie van geperst staal is.
Het streven van Ford was om de auto steeds efficiënter te produceren zonder dat de kwaliteit van de auto als geheel in het geding kwam. Het stuur van de auto, dat in die tijd traditioneel aan de rechterkant van auto zat, werd onder meer in het kader van de verkeersveiligheid, naar links verplaatst voor die landen waar aan de rechterkant van de weg werd gereden. Ford was één van de eersten die deze overstap maakte.
In 1925 betaalde je nog maar US $ 290, -. Dit werd bereikt door ten eerste goedkopere materialen te gebruiken bij de productie en door zoveel mogelijk onderdelen te standaardiseren. In 1913 paste Henry Ford als eerste de “lopende band” toe in de auto-industrie voor de productie van zijn T-Fords. Vanaf die tijd rolden er jaarlijks aanzienlijk meer T-Fords van de lopende band. In 1914 verdubbelde Ford daarom de daglonen van zijn arbeiders naar US $ 5,– en voerde de 8-urige werkdag in. Iedereen wilde bij Ford werken. Er werd in 3-ploegendienst gewerkt.
Massaproductie maakte ook een eind aan de lakmethoden in de automobielindustrie. De traditionele verfsoorten voor het koetswerk droogden te langzaam. Het lakken van een auto nam altijd nog 10 dagen in beslag. Ford ontdekte, dat de enige lak die snel genoeg droogde om de productie niet te laten stagneren, een kleverige substantie was die “Black Japan” heette. Het was een mengsel van asfalt, kopal (een soort hars), lijnzaadolie en terpentine.
Ford maakte van de nood een deugd toen hij zei:
“DE T-FORD IS LEVERBAAR IN ELKE KLEUR, ZOLANG HET MAAR ZWART IS.”
Uit deze beroemd geworden uitspraak zou kunnen worden afgeleid dat alle T-modellen zwart werden geverfd. Dat is echter niet zo. Tot januari 1914 (en na 1925, toen de verftechnieken eindelijk de lopende band konden bijbenen) was er keuze uit verschillende kleuren. 1917 was een belangrijk jaar voor de Verenigde Staten: het land werd betrokken bij de Eerste Wereldoorlog. De industrie schakelde over op oorlogsproductie en voor Ford betekende dit, dat de vrachtwagenproductie werd opgevoerd. 1917 was ook een belangrijk jaar voor Ford. Nu Henry Ford de massaproductie beheerste, zocht hij naar een weg om onafhankelijk te zijn van toeleveranciers. Ook de productie van alle onderdelen wilde hij in eigen hand zien te krijgen. Hiervoor ging Henry Ford op zoek naar een plaats voor de bouw van een totaal nieuw fabriekscomplex. Dat werd “The Rouge” genoemd, naar de gelijknamige rivier. Grondstoffen, zoals ijzererts, kwamen per boot aan en werden in eigen hoogovens verwerkt tot staal om vervolgens te worden bewerkt tot onderdelen. Ook de schepen die het erts vervoerden, waren eigendom van Ford.
De T-Ford was een baanbrekende auto. Men zou dan ook verwachten dat het rijden in een T-Ford ook geavanceerd zou zijn, oordeelt u zelf:
De eerste 800 T-Fords hadden slechts twee pedalen en een hendel om achteruit te rijden. Alle T-Fords daarna hadden 3 pedalen: Het linkerpedaal ingetrapt is de 1e versnelling, losgelaten is de 2e versnelling. Het middelste pedaal: ingetrapt is om achteruit te rijden. Het rechterpedaal is de rem. De gashendel (gasmanet) zit aan het stuur. Succes!
Hans Maas in samenwerking met de Redactie Louwman Museum