Piero Taruffi, een ondergewaardeerde autocoureur.
Piero Taruffi was behalve een begaafd motor- en autocoureur een zeer competent ingenieur. Zijn technische kennis was van grote waarde voor de fabrikanten waar hij voor racete.
Piero Taruffi (1906-1988) raakte al in een vroeg stadium van zijn leven betrokken in de motorsport. Hij ontwikkelde zich vanaf jonge leeftijd tot een zeer goede rijder die veel lokale successen behaalde op een Norton motorfiets. Zijn overtuiging dat dit Engelse merk beter was dan de toch talrijke Italiaanse merken bleek bewaarheid. In zijn beginperiode had hij te maken met concurrenten als Nuvolari en Varzi, beiden later gelouterde Grand Prix rijders op vier wielen.
Al vrij snel maakte ook Taruffi de overstap van motorfietsen naar auto’s. In 1930 volgde zijn eerste deelname aan de toen al legendarische Mille Miglia met een 2-liter Bugatti. Dit leverde hem een 40e plaats op. 27 Jaar later was dat anders, maar daarover later meer.
Aanvankelijk combineerde hij deelname aan auto- en motorraces, maar de autosport had toch de grootste aantrekkingskracht. Bij de autoracerij bediende Taruffi zich met name van Maserati’s, waaronder het type 8CM, een drieliter achtcilinder Grand Prix wagen. De auto waar Taruffi in reed is korte tijd eigendom geweest van Tazio Nuvolari, die later bij de Maseratifabriek een soortgelijke auto kocht waarmee hij in 1934 de GP van België won. Deze laatste auto is in het Louwman Museum te zien.
Taruffi ontwikkelde zich tot een goede middenmoter. Naast grand prix reed hij in de periode voor de Tweede Wereldoorlog ook races in Engeland en Zuid Afrika.
Een van de ‘hobbyprojecten’ van Taruffi was het breken van snelheidsrecords. In 1937 had hij met de Rondine-Gilera, een zeer gestroomlijnde motorfiets van 500 cc, onder meer het wereldsnelheidsrecord gebroken met een snelheid van 274,181 km/u. In de beste traditie van die tijd werd dit record op de “autostrada” gerealiseerd. Later werd dit record door het Duitse BMW verder aangescherpt.
Zijn successen gingen niet ongemerkt voorbij. In 1938 kwam hij in Grands Prix uit voor Alfa Romeo met het verouderde type 308. Het volgend jaar was hij uitsluitend actief in de zogenaamde voiturettes met een vertrouwde Maserati, met behoorlijke resultaten.
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog onderbrak de loopbaan van Taruffi.. Toen de oorlog was afgelopen was hij inmiddels 39, een leeftijd dat een coureur zijn beste tijd gehad heeft. Normaal gesproken (en dat geldt zeker voor de huidige tijd) zou dit het einde van een carrière betekenen.
De kwaliteiten van Taruffi bleken na de oorlog nog steeds aanwezig en hij bleef gevraagd als rijder. Zijn opleiding als ingenieur had als voordeel dat hij ook in technisch opzicht van grote waarde kon zijn voor de fabrikant waar hij voor reed. Dit bleek ook toen hij eind jaren veertig een aantal records vestigde met de door hem ontworpen Tarf 1. Dit merkwaardige voertuig, in feite bestaande twee naast elkaar geplaatste ‘buizen’, werd succesvol ingezet als recordauto in de klasse tot 500 cc, aangedreven door ditmaal een Moto Guzzi motorfietsmotor. De rijder zit in een van de buizen, de motor is gemonteerd in de andere. Een aantal records werd gevestigd, waaronder de vliegende kilometer met 207.373 km/u.
Dit succes leidde tot de ontwikkeling van de Tarf 2, sterk gelijkend op de voorganger maar groter, voorzien van een 1720 cc Maseratimotor met compressor. In 1951 vestigde Taruffi hiermede een record van bijna 300 km/u. Deze auto is onlangs toegevoegd aan de collectie van het Louwman Museum!
Later werden op de kombanen van Monthlery en Monza records gevestigd over langere afstanden. Deze activiteiten gingen niet ten koste van het “normale” racen. In die jaren reed hij in Cisitalia’s, een kleine en lichte productieracewagen, die door veel andere coureurs, waaronder Nuvolari, gebruikt werden in nationale races.
Naarmate de jaren vorderden groeide de reputatie van Taruffi gestaag. Hij behaalde tot tweemaal toe het Italiaanse kampioenschap in de klasse vlak onder Formule 1. Hij werd een gevraagd gastrijder, een coureur die overal en in bijna elke discipline kon worden ingezet, zowel in Italië als daarbuiten. En niet alleen in Italiaanse auto’s. Zo reed hij ook op het Engelse Brands Hatch een race met de 500 cc Cooper-Norton.
Naast fabrieksverplichtingen in onder meer Ferrari en Lancia, reed hij ook voor Mercedes-Benz in de “Silberpfeile” uit de jaren vijftig en zelfs het Engelse Vanwall.
Omdat hij inmiddels voorzien was van een fraaie bos grijs haar werd hij ook wel “The Silver Fox” (Zilveren Vos) genoemd door zijn talrijke fans.
Hij bewaarde echter het mooiste voor het laatst. In 1957 won hij, na talrijke eerdere deelnames, in een Ferrari 315 S met startnummer 535, de laatste Mille Miglia. De race werd ontsierd door het vreselijke ongeluk met “Fon” de Portago waarbij 12 slachtoffers vielen.
Na deze overwinning hield Taruffi het voor gezien maar was daarna nog wel werkzaam als teamchef van het Gilera motorraceteam en consultant voor de auto-industrie.
Peter Helbach