The American Dream: Hot Rods & Custom Rods
In de jaren vijftig ontstonden in het westen van Amerika de zogenaamde Hot Rods. Veel Hot Rods waren gebaseerd op vooroorlogse Fords en Chevrolets, maar dan wel drastisch aangepast.
Niet alleen werd de carrosserie sterk gemodificeerd, maar ook werd de motor opgevoerd of vervangen door een krachtiger exemplaar. Het aanpassen van de carrosserie bestond uit het verlagen van het dak (het zgn. choppen) en het verlagen van de hele carrosserie, het zgn. channellen. De auto bleef dus wel min of meer herkenbaar. Over het algemeen waren het tweezitters met redelijk simpele interieurs. De motoren waren vaak zichtbaar zodat men de vaak fraaie, verchroomde details van de motor kon aanschouwen. Dit type “rods” zijn volgens de puristen, de echte originele Hot Rods. Een fraai exemplaar van deze autocultuur is sinds kort te bewonderen in het Louwman Museum. Het betreft de “Golden Deuce”, waarbij de benaming Deuce refereert aan het feit dat de auto van origine een Ford is uit 1932.
Hoewel deze auto’s ook voor dagelijks gebruik geschikt waren, lag het toch voor de hand om, als gevolg van de sterk verbeterde prestaties, aan zogenaamde drag races wedstrijden deel te nemen. Het ging er hierbij om met staande start en in rechte lijn een kwart mijl (404 meter) zo snel mogelijk af te leggen. Men reed tegen een ander en door een proces van eliminatie was er uiteindelijk één winnaar! Deze tak van sport, die zijn oorsprong vond in het westen van de Verenigde Staten, is uitgegroeid tot een van de meest bekeken sporten in Amerika.
De Hot Rods leven ook voort in de muziek. Artiesten afkomstig uit Californië zoals de Beach Boys en het duo Jan en Dean hebben grote hits gemaakt die aan dergelijke voertuigen refereerden.
Al snel ontstonden er meer specifiek voor de drag races gebouwde lichte, minimalistische voertuigen, de dragsters. Er werden shows georganiseerd waar dit soort auto’s in groten getale en in volle glorie getoond werden. Uitgedost in extravagante kleuren en grote hoeveelheden chroom, trekken deze shows tot op de dag van vandaag nog steeds zeer veel bezoekers. Er werden zelfs speciale voertuigen voor dit soort tentoonstellingen gebouwd. Dit soort groeide uit tot wat later, de “Show Rods” of ook wel “Custom Rods” genoemd werd.
Dit type auto was eigenlijk ongeschikt voor dagelijks gebruik en letterlijk alleen voor de show. In het Louwman Museum is de Lincoln Sedan Delivery Deco Liner een eminent voorbeeld van deze stroming.
De ontwikkeling van de Custom Rods zou een uitvloeisel kunnen zijn van wat in de vijftiger en zestiger jaren de zogenaamde concept cars werden. De grote autofabrikanten uit Detroit deden dat ook. Middels dit soort “voorproefjes” geven zij de potentiële autokoper een blik in de keuken van de toekomst van (vooral het uiterlijk) van de Amerikaanse auto.
De ontwerpers van de custom rods waren in Amerika zeer bekend. Twee van de meest aansprekende namen zijn George Barris en Ed Roth. Eerstgenoemde heeft bijvoorbeeld de auto van Batman, de “Batmobile” ontworpen en gebouwd.
Dat dit soort ontwerpen vandaag de dag nog steeds gewaardeerd worden kan men afleiden uit het feit dat de originele Batmobile recentelijk voor meerdere miljoenen dollars geveild is.
Het feit dat de Hot Rods zo populair werden ging niet ongemerkt aan Detroit voorbij. Eind jaren zestig werden door de verschillende grote fabrikanten zogenaamde muscle cars ontwikkeld. Hier was sprake van een sportievere uitvoering van het originele, lichtelijk saaie, concept. Het leek op een standaard productieauto maar onder de motorkap bevond zich een zeer krachtige motor van meestal 7000 cc en een vermogen van tegen de 400 pk. De oliecrisis van 1973 zorgde er helaas voor dat de vraag sterk achter bleef bij de verwachtingen, waardoor het aantal dat thans nog bestaat, schaars is. De Plymouth Road Runner Superbird in het Louwman Museum is een prachtig voorbeeld van de ultieme muscle car.
Het bouwen van zowel de oorspronkelijke Hot Rod als Custom Rod is eigenlijk altijd een “hobbyindustrie” gebleven. De productie van dit soort auto’s is al dan niet bewust door de grote producenten gemeden. De enige “poging” die op dit vlak ondernomen werd, zou de Dodge Prowler kunnen zijn. Met enige fantasie zou hier een Street Rod in gezien kunnen worden. Motorisch zou echter enige aanpassing gewenst zijn!
Tegenwoordig zijn de meer “moderne” Street Rods nog steeds gebaseerd op de oudere modellen van de Amerikaanse auto-industrie, met name uit de jaren vijftig en zestig. Hoewel dit toch een heel sterk Amerikaans karakter heeft, is er in Europa ook een Hot-Rod cultuur. De auto’s zijn wellicht wat minder flamboyant, maar de kwaliteit van het vakmanschap van de bouwers is onmiskenbaar.
Ondanks het feit dat het een sterk aan tradities gebonden gebeuren is, omwikkelt zich een nieuwe trend, de “Rat Rod”.
Dit type onderscheidt zich doordat de veranderingen die aan de carrosserie hebben plaatsgevonden, onafgemaakt (lijken te) zijn. Dit is echter gezichtsbedrog. De auto is net zo strak als een echte hot rod hoort te zijn, maar met een onverfijnd, roestig uiterlijk.
Ook in Nederland leeft de “beweging”. Er zijn ook hier shows waar men de verschillende soorten Rods kan bewonderen. Of men ze mooi of lelijk vindt, is niet aan de orde, het vakmanschap, nodig om deze auto’s te bouwen, is onmiskenbaar. Daarnaast is het compleet anders!
Peter Helbach